’s Middags word ik wakker met een houten kop…

Zaki (Jackie Dewaele) oogstte veel succes in de jaren zeventig en tachtig op de regionale zender Omroep Brabant van de toenmalige BRT. Hij presenteerde er een muziekprogramma dat steevast begon met ” ’s middags word ik wakker met een houten kop, mijn ogen zijn nog moeilijk te gebruiken” gevolgd door de schreeuw ‘Jamazaki’.

De schedel is een minutieuze kopie van de schedel welke door dokters in opleiding gebruikt wordt als didactisch materiaal. En inderdaad, de ogen zijn nog moeilijk te gebruiken.

Het gebruikte hout is afkomstig van een door de storm gevelde zwarte moerbei (Morus nigra).

Wie zonder zonde is…

‘Overspeligen moeten gestenigd worden’ volgens de voorschriften van de Islam.

Helaas zijn het meestal enkel de overspelige vrouwen – ook de verkrachte vrouw wordt als overspelig bestempeld – die dit wrede lot dienen te ondergaan. En waar blijft de 2de partij in het verhaal?

Inderdaad: wie zonder zonde is werpe de eerste steen.

Achtknoop

De achtknoop is een decoratieve knoop die vooral in de Italiaanse heraldiek zijn opwachting maakt. Het wordt ook wel de Savooiknoop genoemd omdat ze voorkomt op het heraldisch insigne van het Huis van Savoye, vergezeld van het motto ‘Stringe ma non costringe’ (Het wordt strakker maar niet beperkt).

Bij gebruik buiten de wapenkunde (als een echte knoop), staat het bekend als een achtknoop. De achtknoop wordt veelvuldig gebruikt in de zeilsport een de visserij.

De Savoy-knoop is tot 1943 ook te zien op het Alfa Romeo- autobadge (opgericht en vervaardigd in Milaan , Italië).

Deze knoop werd gesneden uit linde en staat op een voet van bubinga.

 

 

Masker in Corona-tijden

Maart 2020. De corona-pandemie meldt zich in alle hevigheid aan. Het hele debat over het al dan niet zinvol zijn van het dragen van een masker, gevolgd door draagplicht en vervolgens de aversie van veel burgers hebben mij aangezet om zelf een masker te snijden. De inspiratie haalde ik bij Wayan Rendah (Indonesië).

Dit masker werd gesneden in Dibetou, ook wel Tigerwood of Afrikaanse notelaar genoemd.

Tempus Fugit

Beitels en gutsen hanterend, schilfer na schilfer, houtkrul na houtkrul.
Korrel 120, korrel 180, korrel 240, korrel… stof op handen en kleren.
In gedachten filosoferen over het kunstproject en de wereld.
Plots gestoord door de roep van een huisgenoot.
Nu reeds?
Oei, al zo laat?

Inderdaad: TEMPUS FUGIT…     de tijd vliedt heen.

 

Het kistje

Instapoefening in de cursus Houtsnijden.

In een eerste werkstuk zitten veel basisvaardigheden vervat:
Verzagen van een ruwe eiken plank, schaven en van dikte schaven.
1ste opdracht: een zigzag-reliëf snijden.
2de opdracht: gekruiste zigzag
3de opdracht: gebogen reliëf
4de opdracht: ornament
Ondertussen leer je de techniek voor het snijden van de zwaluwstaarten en het verlijmen van bodemplaat en deksel en het frezen van de uitsparing voor de bodemplaat, lange deuvels maken in elke gewenste diameter, enz.
5de opdracht: bloemmotief op het deksel
En dan kan de kist geassembleerd worden, zonder nagels of lijm en toch oersterk.

Apenstaartje

@, uitgesproken als at of apenstaartje, is een symbolische afkorting van at of at the cost of (uit het Engels). Oorspronkelijk werd het gebruikt voor rekeningen, bijvoorbeeld: “7 widgets @ £2 ea. = £14”. Het staat dus eigenlijk voor het Latijnse ad of het Franse à.

Hier werd het gesneden in esdoorn, het sokkeltje is bubinga.

Het Tiki-leger

Volgens de Polynesische mythologie zou de eerste mens Tiki hebben geheten en uit rood gesteente of mogelijk lava hebben bestaan.

Rond 1930 ontstond in de Verenigde staten een tiki-cultuur van gebaseerd op en geïnspireerd door tiki-snijkunst van de Maori’s. De belangstelling van de Polynesische cultuur in het algemeen en de tiki-kunst in het bijzonder werd nog versterkt na WO II door de terugkeer van de Amerikaanse soldaten uit de Pacific.

Ondertussen zijn er zowat over ter wereld typische Tikibars met aangepast meubilair waar exotische cocktails in bizarre glazen geschonken worden, er zijn speciale atracties in pretparken, en noem maar op.

Dit heeft mij geïnspireerd om naast deze ene hoofdman een legertje van dertig tiki’s te maken.

Ze zijn gesneden uit pas weggesnoeide takken, daarna gedroogd in de microgolfoven om het barsten te voorkomen en dan behandeld met No Visible Oil.

Hoofdman: Ginkgo biloba. Hoogte 28 cm
Leger: ongekende houtsoort. Hoogte ± 14 cm

Rapa Nui

Rapa Nui, genoemd naar de oorspronkelijke bewoners van het Paaseiland. De Moai – want zo heten die kolossale beelden op het Paaseiland – hebben mij geïnspireerd tot het creëren van deze kop.

Hij werd volledig manueel gesneden uit een pas gevelde boom en ter bescherming tegen de invloed van het klimaat voorzien van 4 lagen beits.

The Green Men

Een Groene man is een mythologische voorstelling van een gezicht (soms een volledig gestalte) met takken en bladeren als baard- en hoofdhaar. De term “groene man” werd voor het eerst gebruikt door Lady Raglan in haar artikel The “Green Man” in Church Architecture uit 1939. Groene mannen zijn in veel Europese landen, en ook daarbuiten, aan te treffen. In de literatuur worden het ook wel bladmaskers genoemd. Lees verder “The Green Men”

De Fakkel cartouche

Volgens van Dale is een cartouche: een patroonhuis, een rolletje munten van dezelfde soort of een omlijst muurvlak met inscriptie. Als houtsnijders houden wij het bij een muurvlak, maar dan wel een uit de Floristijd 1514-1575. Onze cartouche is dan een soort perkament dat zich van vier zijden oprolt. In het midden is er een meestal ovaal gedeelte waar dan weer de inscriptie inpast.

De inscriptie is hier geen tekst maar een symbool, de Fakkel van de Vrijzinnige Gemeenschap. Lees verder “De Fakkel cartouche”